Delen staat centraal
De lerende gemeenschap zal er over 10 jaar uitzien als een netwerk van gedreven mensen van verschillende organisaties die allen begrepen hebben dat er één constante is: een voortdurende veranderende omgeving waar samenwerking de sleutel is tot creëren van meerwaarde voor verschillende doelgroepen zoals: cliënten, studenten en medewerkers. De lerende gemeenschap sluit daarmee aan op de behoefte om een leven lang ontwikkelen vorm en inhoud te geven met als ultiem doel op deze wijze ook het positieve verschil te maken in het welbevinden van genoemde doelgroepen.
Vertrekpunt om doelen te bereiken zal zijn aansluiten bij en bijdragen aan persoonlijke behoeften. Het netwerk heeft een verschijningsvorm waar delen centraal staat. Dit delen gebeurt naar behoefte fysiek: er zullen fluïde samenwerkingsvormen zijn bijvoorbeeld uit de behoefte om samen te onderzoeken wat het best op welke wijze werkt. Het delen – kennisdisseminatie- gebeurt daarnaast voornamelijk virtueel.
Initiëren verbinden en faciliteren
Initiatieven als het Zorgpact en de Healthdeal dragen hier aan bij doordat zij enerzijds de initiërende, verbindende en faciliterende platformen zijn en anderzijds doordat zij op specifieke items zoals technologie zorg dragen voor op dat terrein benodigde ontwikkelingen, zoals crossovers – met bijbehorende competentieontwikkelingsperspectieven voor medewerkers – waardoor ook nieuwe multidisciplinaire samenwerkingen ontstaan en zich verder ontwikkelen.
Nieuwe concepten voor initieel opleiden
Opleiden moeten we toenemend gaan zien binnen de context van de voortdurend veranderende omgeving. Opleiden op enig moment maakt dan deel uit van het continuüm ‘leven lang ontwikkelen’. Het is van belang de initiële opleiding als startpunt te zien van leren dat als (gediplomeerd) werknemer zijn vervolg dient te krijgen. Opleiden zowel initieel als post-initieel kan het best zijn beslag krijgen vanuit nauwe samenwerking tussen kennisinstellingen en zorg- en welzijnsinstellingen. Daadwerkelijk samenwerken leidt dan tot nieuwe concepten voor initieel opleiden zoals de ‘praktijkroute’ waarin het onderwijs het schoolgebouw ‘verlaat’ en waar de zorg- en welzijnsinstelling de leeromgeving is, zoals het dat ook is voor de eigen medewerkers. Opleiden vanuit kennisinstellingen en vanuit werkgever samen vormgegeven met eigen onderscheiden verantwoordelijkheden kan zo ook zorgdragen voor een soepele overgang van leren en ontwikkelen als student en als werknemer.
Flexibele inrichting vraagt om lef
Als we samen echt willen werken vanuit de behoefte van de zorgvrager is het onderscheid tussen zorg en welzijn in feite semantisch en oneigenlijk. Dan moeten we samen de zorg- en welzijnsbehoefte achterhalen en daar ons onderwijs en onze zorg- en welzijnsdiensten op inrichten met behulp van samen gegenereerde kennis van technologische ontwikkelingen. Het vraagt van opleiden een flexibele inrichting zodat Zorg- en Welzijn gecombineerd worden in onderwijs zodanig dat de opgeleide medewerker van de toekomst in staat is om in die behoeftevraag te voorzien en door voortgaande deskundigheidsontwikkeling er ook in kan blijven voorzien. De gewenste flexibele inrichting vraagt lef om buiten bestaande opleidings- en diplomastructuren te denken en te handelen. Een voorbeeld nog binnen de huidige structuren is de combi-opleiding VZ/MZ. Voor zorg- en welzijnsinstellingen veronderstelt dit alles een vergaande samenwerking met kennisinstellingen zodat samen de opleidingsbehoefte steeds geformuleerd en beantwoord wordt en er samen invulling aan gegeven wordt.
Reageren op deze blog? Dat kan hieronder.
Zelf een blog schrijven in het kader van Waard om voor te werken!? Dat kan! Stuur jouw blog van maximaal 1 A4 naar waardomvoortewerken@wzw.nl